Mirjam

Mirjam = In het Oude Testament is Mirjam de naam van de zus van Mozes en Aäron; zie verder Maria.

Maria :
Hebreeuws voor Mirjam, naam van de zus van Mozes en Aâron (Num. 26,59).

Er bestaan ruim 60 verklaringen voor de naam, hetgeen er op wijst dat de betekenis van de naam zeer onzeker is. De meest gebruikelijke verklaring is 'bitterheid'. Een van de oorzaken van deze onzekerheid is de oorspronkelijk schrijfwijze van het woord, namelijk zonder de klinkers. De Septuagint maakte er Mariam van, de gebruikelijke Griekse vorm. In de Vulgaat werd deze vorm waarschijnlijk als een accusativus opgevat, zodat daar de vorm steeds Maria werd. In de middeleeuwen werd deze vorm vaak geassocieerd met het Latijnse mare 'zee', vandaar stella maris 'sterre der zee' en dergelijke bijnamen.

Verscheidene feestdagen in het kalenderjaar zijn aan Maria, de moeder van Christus, gewijd (er zijn ook andere heiligen van deze naam, zie bijvoorbeeld Goretti en Magdalena). De voornaamste feestdagen zijn: 8 december - Onbevlekte ontvangenis, 25 maart Mariaboodschap en 15 augustus Mariahemelvaart.

Zijn populariteit kreeg de naam bij ons pas zeer laat in de middeleeuwen, omdat schroom de mensen ervan weerhield de naam van Maria, de moeder van Christus, als persoonsnaam te gebruiken (vergelijk de naam Jezus, die alleen in Zuid-Europa voornaam werd). Volgens Debrabandere blijkt echter dat de naam tijdens de Middeleeuwen in Vlaanderen lang niet zo zeldzaam was als men meent (Debrabandere 1959, blz 27). Volgens Lebel 119 was Maria als doopnaam in Frankrijk lang verboden en begon hij zich daar te verbreiden in de 10e eeuw. Bij Socin is de naam niet voor de 2e helft van de 11e eeuw aan te treffen (Florence), in West-Vlaanderen in de 12e eeuw. In het zuiden is hij al vroeger (13e/14e eeuw) populair dan in het Noord Holland. Aanvankelijk kwam hij vooral in hogere standen voor; Jan Marienman (blijkbaar een belangrijke vrouw), Dordt 1312 (SRD). Pas in de 14e/15e eeuw wordt de naam hier frequent. In zuidelijke streken (bijvoorbeeld Spanje) gebruikte men eerst verschillende omschrijvingen van Maria, bijvoorbeeld Dolores, Mercedes, Asunción om zo als het ware de naam te benaderen. Ook voor jongens is Maria als tweede of derde doopnaam bij Rooms katholieken in gebruik gekomen, soms met verschuiving van de klemtoon naar de eerste lettergreep, in de vorm Maricus soms in Noord-Brabant.

Astrid

Scandinavische naam. Oorspronkelijk een Walkurennaam. Hij wordt verklaard uit As(f)rid, 'god' en frid 'mooi'. Astrid was de naam van de moeder van Olaf Trygvason, koning van Noorwegen, en van de vrouw van St.-Olaf. Sindsdien was het een veel voorkomende Scandinavische naam. Vooral door koningin Astrid van België kwam de naam ook in deze streken meer in gebruik. Onder Belgische invloed komt hij ook veel in Zeeuws-Vlaanderen voor.

© Meertens Instituut